Teken dictee
Ipv woorden doen we een teken dictee.
Als de docent zegt teken een tafel dan tekenen de leerlingen allemaal een tafel.
Woorden:
1. Tafel in het midden, voor en boven kant zichtbaar
2. Raam boven tafel, met open ramen
3. Gordijnen die wapperen in het wind
4. Soullen op tafel die omgevallen of bewogen zijn
5. Een stoel die omvalt of omgevallen is
6. Een ruimte met 3 muren en 1 vloer
7. Iets *weer creatief dat binnen komt via het raam
8. Twee handen, ze staan heel dichtbij, het zijn je eigen handen
Eindbeeld: Je staat snel op van je stoel omdat iets naar binnen komt via je raam, je duwt hierdoor wat spullen om op je tafel. We kijken dus vanuit jou ogen de ruimte in.